“Als je de keuze maakt om windmolens te plaatsen in een gebied, hoort daar ook bij dat je iets terugdoet voor de mensen die er wonen”

Foto: Greetje Bos

In gesprek met Greetje Bos, wethouder gemeente Breda

De menselijke maat komt vaak naar voren in het gesprek dat we voeren met Greetje Bos. Ze is niet alleen de Bredase VVD-wethouder met energie in haar portefeuille, ook is ze voorzitter van de stuurgroep Energie A16. Vier gemeenten en de provincie werken al jaren samen in dit project en het is gelukt is om een plan voor 28 windmolens goedgekeurd te krijgen. “Als bestuurders doen we het werk voor de schermen. We hebben de kans om uit te spreken wat we belangrijk vinden. In het geval van Energie A16 zijn dat twee onderwerpen: het serieus nemen van de mening van de omgeving over het plan en het verbinden van acties daaraan.”

Niet wegpoetsen

Bos vervolgt haar verhaal: “Van de 28 windmolens die langs de A16 komen, staan er 7 op het grondgebied van Breda. En een aantal  komt heel dicht in de buurt van mensen, in hun directe leefomgeving. Sommigen moeten afscheid nemen van het landschap dat ze al jaren kennen. Dat kun je niet aan je voorbij laten gaan. We hebben daarom echt ons best gedaan om mensen invloed te geven om tot de meest gunstige oplossing te komen. Door bijeenkomsten te organiseren, met mensen op pad te gaan. Mijn rol is dan om duidelijk te communiceren: benadrukken dat bijsturen mogelijk is en uitspreken dat we mensen aan tafel uitnodigen.”

Meepraten en bijsturen was inderdaad mogelijk. In 2016 en 2017 vond een intensief participatietraject met omwonenden plaats om te komen tot het plan dat er nu ligt, 28 windmolens in verschillende clusters naast de A16 van Moerdijk tot Zundert. Hoe ga je om met mensen die ze liever niet zien verschijnen? Bos: “Helder communiceren betekent ook communiceren over de kaders. Breda heeft samen met de drie andere gemeenten en de provincie Noord-Brabant geopperd om minimaal 100MW schone energie op te gaan wekken in dit gebied. En daarmee kom ik op een punt dat ik heel belangrijk vind, je moet ook iets terugdoen voor mensen als je de keuze maakt om windmolens te plaatsen. In dit project zetten we in op het mogelijk maken van de energietransitie voor iedereen. Een deel van het rendement uit de windmolens komt terecht in een fonds. Uit dat fonds worden collectieve projecten bekostigd, waar iedereen aan mee moet kunnen doen. En voor de mensen die echt dichtbij een windmolen wonen, hebben we de Burenregeling in het leven geroepen. Een apart en bovenwettelijk fonds waar mensen hun woning mee kunnen verduurzamen.”

Gewoon doen

Of ze deze werkwijze ook zou aanraden aan andere gemeenten die wind- of zonprojecten willen starten; het antwoord van Bos is helder: “Zeker! Ons land is klein, de last van dit soort plannen komt vaak in iemands directe leefomgeving. Daar moet iets tegenover staan. Maar wat dat is, moet ook maatwerk zijn. Inspelen op wat een omgeving vraagt. Gewoon doen.”

Respect en verantwoordelijkheid

Binnen de stuurgroep Energie A16 wordt samengewerkt tussen verschillende overheden. Bos is daarnaast ook voorzitter van de regionale energiestrategie West-Brabant (RES WB), waarin zestien gemeenten  samenwerken. Hoe verloopt die samenwerking? “Dit gebied doet dat gewoon. We hebben respect voor elkaar. Niets wordt van tafel geveegd. We snappen van elkaar waar mogelijk belemmeringen liggen. En dat erkennen we. Maar, we accepteren niet dat je niks doet. Er moeten wel dingen voor elkaar komen. Die wisselwerking tussen respect, en de verwachting dat iedereen zijn verantwoordelijkheid neemt, daar zit de kern van onze succesvolle samenwerking. Het kost soms wat meer tijd, maar als je merkt dat iedereen er zo in zit, is het ook oprecht leuk werken.”

Versimpelen

Op de vraag of energie een bewuste carrièrestap was, vertelt Bos: “Ik volg het onderwerp al langere tijd. Als ik ooit de kans krijg om een huis te bouwen, wil ik een zelfvoorzienend huis. Dat verlangen heb ik altijd al wel gehad. Ik vind het een belangrijk thema, hoe de aarde erbij staat, en hoe we hem doorgeven. Daar lever ik graag een bijdrage aan. En tegelijkertijd weet ik ook dat het een complex onderwerp is. Een onderwerp waarbij je het eigenlijk nooit helemaal goed doet. De complexiteit vind ik er ook interessant aan. Dat versimpelen en terugbrengen naar de kern, is een uitdaging waar ik mij graag voor inzet.”

Menselijke maat

“Ik kom toch telkens terug op de menselijke maat in dit soort grote projecten die gaan over een verre toekomst: wat betekent het voor de mensen in de omgeving en wat wordt er van ons als bestuurders verwacht? Ik geef samenwerking vorm vanuit mijn intuïtie. Ik maak gebruik van bestaande netwerken, zorg dat ik persoonlijk en benaderbaar ben, én tegelijkertijd duidelijk in mijn communicatie. Een aantal pragmatische types in de samenwerking, die zonder toeters en bellen knopen kunnen hakken, is ook nodig. Soms is het ook niet ingewikkelder dan dat.”