“Ik ben graag de luis in de pels, die bewaakt dat gemaakte afspraken ook echt uitgevoerd worden”

Foto: Bert (derde van links) in overleg over Energie A16
Bert kent West-Brabant als zijn broekzak en is in zijn vrije tijd veel in de natuur in deze omgeving te vinden. Veel vrije tijd heeft hij echter niet, want Bert is actief vrijwilliger in diverse organisaties en clubs. Vanuit die hoedanigheid is hij, kort gezegd, niet voor de komst van de windmolens. Toch neemt hij ook actief deel aan overleggen die gaan over het vergroten van de lokale betrokkenheid van omwonenden bij de windmolens. Dat lijkt op het eerste oog een tegenstelling. Maar dat ziet Bert anders: “Mijn eerste gevoel toen er gesproken werd over de komst van windmolens langs de A16 was inderdaad dat ik ze tegen wilde houden. En ik heb nog steeds mijn bedenkingen. Vanuit de wijkraad Haagse Beemden hebben we enkele bewoners die bezwaar hebben gemaakt tegen de molens gesteund. Maar als ze dan toch moeten komen, vind ik het wel belangrijk dat we goed organiseren dat mensen die er het meeste last van hebben, ook het eerst tegemoet gekomen worden. En dat vind ik wel mooi aan dit project. We hebben geregeld dat 25% van het rendement uit de windmolens lokaal geïnvesteerd wordt. Ik ben dan graag die luis in de pels zeg maar, die bewaakt dat gemaakte afspraken ook echt uitgevoerd worden.”
Drijfveer
Over wat Bert drijft is hij helder: “Ik zie een duidelijk verband tussen energie en natuur. Ik snap dat het voor de toekomst belangrijk is dat we meer energie duurzaam moeten opwekken, en veel moeten gaan besparen. Dat laatste vind ik eigenlijk het belangrijkst. Maar hoe dan ook. Energie duurzaam opwekken kost ruimte, en dat gaat ten koste van iets. Wij proberen maximaal te sturen op het gebruiken van de al bebouwde omgeving daarvoor. Als dat niet gaat, is een tweede optie om te kijken naar landbouwgrond. Maar mijn standpunt is eigenlijk: blijf van natuur af.”
Natuur een stem geven
Het belang van de mensen en het behoud van natuur, dat zijn de twee onderwerpen waar Bert zich evenredig voor inzet. Maar volgens Bert worden die beide onderwerpen door anderen niet altijd in evenwicht onderzocht. “Ik vind dat in het leggen van de ruimtelijke puzzel de stem van de natuur vaak toch te laat doorklinkt. Bij Energie A16 is een uitgebreid onderzoek gedaan naar de effecten van de windmolens op de omwonenden. Zo was ook geluidshinder voor omwonenden het belangrijkste criterium bij de locatiekeuze van de windmolens. Dat is natuurlijk goed en daar ben ik ook blij mee, bezien vanuit het belang van de omwonenden. Maar, ik had graag gezien dat het ecologisch onderzoek een evengrote rol had gespeeld. Er is wel onderzoek gedaan naar weide- en trekvogels, maar dan wordt wat mij betreft te eng gekeken: alleen naar waar de masten komen. Er wordt dan gesteld dat de vogels uitwijkmogelijkheden hebben. Ik ben bang dat er weinig meer uit te wijken valt. Dat de grutto bijvoorbeeld niet zal terugkeren na de komst van de windmolens in West-Brabant. En dat vind ik dan toch wel erg.”
Lokale betrokkenheid
“Het is niet altijd kwade wil hoor,” gaat Bert verder, “het is ook onwetendheid. En daar komt nog bij dat veel natuurorganisaties vaak bestaan uit vrijwilligers die niet altijd de capaciteit hebben om een grote rol te spelen in dit soort grote ruimtelijke ontwikkelingen. Maar ik zou graag willen dat wij als lokale natuurverenigingen dit soort ecologisch onderzoek op ons kunnen nemen. In plaats van dat externe bureau’s hier de opdracht toe krijgen. Wij kennen het gebied toch vaak het beste.”
Rol
Nu met de uitspraak van de Raad van State de windmolens er ook echt gaan komen, is de rol van Bert nog niet vervuld. “Voorlopig werken we nog hard aan de uitvoering van een aanpak om ervoor te zorgen dat 25% van het rendement uit de windmolens zo goed mogelijk terechtkomt. Daarbij blijf ik zowel het belang van de omwonenden als het belang van de natuur in het oog houden. Ik vind het belangrijk dat de mensen die het meeste last hebben van de windmolens als eerste kunnen starten met energieprojecten, maar uiteindelijk is het de bedoeling dat er in de hele gemeente lokale energieprojecten met het rendement vanuit de windmolens kunnen plaatsvinden. Als de aanpak hiervoor staat, is het tijd om onze rol vanuit een aantal wijk- en dorpsraden terug te trekken. Dan is het aan onze gemeenteraadsleden om invloed uit te oefenen. In Breda is dat wat anders georganiseerd dan in Drimmelen, Moerdijk en Zundert. Zij hebben een energiestichting, die betrokken blijft bij de energieprojecten.”
Portemonnee
Op de vraag wanneer Bert dan met een goed gevoel een punt achter Energie A16 zal zetten, vertelt hij: “Als er zwart op wit staat dat er in bepaalde delen van Breda energieprojecten worden gestart, dat er woningen worden geisoleerd en dat er zonnepanelen geplaatst worden. Wat wij dan vanuit het project, met de windmolens als middel, gezamenlijk mogelijk hebben gemaakt. En dat we omwonenden overtuigd hebben dat de energietransitie niet alleen goed is voor de natuur en het milieu maar ook voor de portemonnee.”