Stip op de horizon: wethouders geven hun stokje door
De gemeenteraadsverkiezingen zijn net achter de rug. En de nieuwe coalities worden op dit moment gevormd. Sommige bestuurders – de wethouders uit de vier gemeenten – zullen hun energieportefeuille behouden, maar enkele geven hun stokje door aan hun opvolgers. Of ze nu betrokken blijven bij het project Energie A16 of niet, ze hebben allemaal een persoonlijke boodschap geschreven voor de toekomst. En één ding is zeker: door de goede onderlinge samenwerking tussen de vier gemeenten, én met de omgeving, is er acceptatie ontstaan voor de komst van windmolens. Nu is het tijd voor de bouw van de 28 windmolens langs de A16.

“De energietransitie is vooral een sociale transitie, waarbij het einddoel duidelijk is en de weg ernaar toe nog openligt. Niemand heeft een glazen bol. Maar één ding staat vast: we hebben we allemaal een verantwoordelijkheid om bij te dragen. Laten we daarom vooral samen blijven optrekken.”

“Binnen Energie A16 hebben we door goede samenwerking veel bereikt. Vooral de manier waarop we inwoners hebben betrokken en hoe we hebben kunnen zorgen dat er acceptatie is ontstaan voor de komst van de molens, is best uniek. Met maatwerk worden omwonenden voor overlast gecompenseerd op een hele innovatieve manier. Ik hoop dat ook in de nieuwe periode vooral daar aandacht voor blijft. Inwoners betrekken, informeren en ook blijven kijken of alles wat we hebben afgesproken wordt nagekomen en voldoende is.”

“2022 wordt hét jaar van de bouw van de windmolens. Het is het resultaat van goede samenwerking tussen provincie en de vier gemeenten, en met de lokale gemeenschap. Het wordt niet voor niets gezien als een geslaagd project van inwonersparticipatie. En daar ben ik trots op!”

“Met elkaar hebben we een antwoord kunnen formuleren op de vraag hoe omwonenden profijt kunnen hebben van windmolens. Niet simpel omdat we iets nieuws aan het uitvinden waren. De participatiepuzzel is inmiddels gelegd en we mogen terugkijken op een mooi proces. Complimenten voor ieders betrokkenheid en bovenal voor het constructieve meedenken van onze inwoners.”