Zoveel mogelijk waarde uit windparken halen: “We verduurzamen de A16-omgeving”

Joris van der Geest

Afbeelding: Joris van der Geest, directeur Participatiefonds Wind A16

Ruim zeshonderd deelnemers kwamen donderdag 20 oktober 2022 af op tientallen lezingen, workshops en rondetafelgesprekken tijdens het Energiefestival 2022. Joris van der Geest, directeur Participatiefonds Wind A16, vulde één van die lezingen in. Hij presenteerde de innovatieve werkwijze van Energie A16: 25% van het rendement uit windparken inzetten voor lokale projecten. Hoe pak je dat aan? “Heldere afspraken scheppen duidelijkheid. Dat klinkt strikt, maar vanuit die afspraken is tussen de meeste partijen een goed onderling vertrouwen gegroeid.” 

Zo’n zeven jaar geleden is de provincie Noord-Brabant gestart met de verkenning en planvorming van windenergie langs de A16. Wanneer je nu langs de snelweg rijdt, zie je bij de knooppunten Klaverspoor, Hazeldonk en Galder de eerste turbines draaien. Het zijn grote objecten met een tiphoogte van 210 meter. Maar het zijn niet de afmetingen die deze turbines zo bijzonder maakt. “25% van de windmolens is in lokaal eigendom. Die waarde komt terecht bij omwonenden. Zo kunnen we met lokale participatie de omgeving van Energie A16 verduurzamen”, vertelt Joris enthousiast.

Heldere afspraken scheppen duidelijkheid

Joris vertelt over het belang van heldere afspraken. “De provincie Noord-Brabant heeft vanaf de start de leiding genomen in het proces. Zo is er in april 2017 een green deal getekend door ontwikkelaars, gemeenten, provincie en vertegenwoordigers van omwonenden. Daarin zijn afspraken over lokale participatie gemaakt. In 2018 is vervolgens het Participatiefonds Wind A16 opgericht om de lokale participatie te borgen. De principeafspraken uit de green deal zijn toen uitgewerkt in harde overeenkomsten. Twee daarvan zorgden ervoor dat niet alleen de ‘lasten’ maar ook de ‘lusten’ van de windparken bij de omgeving terechtkomen. Ten eerste dat 25% van het rendement uit de windparken lokaal geïnvesteerd kan worden doordat 25% van de windparken in lokaal eigendom zijn. En ten tweede dat €0,50 per megawattuur (MWh) opgewekte stroom naar een burenregeling gaat, waarmee direct omwonenden hun huizen kunnen verduurzamen.” Joris merkte dat in een vroeg stadium afspraken maken niet alleen duidelijkheid schept, maar ook vertrouwen. “Er zijn door de jaren heen persoonlijke relaties opgebouwd. We hadden een gezamenlijk doel: een zo goed mogelijk project realiseren, zowel voor de omgeving als voor de ontwikkelaars.”

Ontzorgen van omwonenden bij verduurzaming

Wanneer de windmolens draaien gaat er jaarlijks €0,50 MWh opgewekte stroom naar een regeling voor direct omwonenden. Joris licht toe: “De Burenregeling is een vergoeding voor bewoners binnen een geluidscontour tussen de 42 en 47 dB van de windmolens. De provincie en gemeenten hebben zorgvuldig onderzocht welke woningen dat zijn. Het voordeel komt terecht bij degenen die daar wonen, dat kunnen dus ook huurders zijn.” Hij benadrukt dat er geen geld zomaar wordt weggegeven. “De regeling is bedoeld om de woning te verduurzamen. Bijvoorbeeld met extra isolatie, (drie)dubbel glas, zonnepanelen of een warmtepomp. Deze maatregelen geven extra wooncomfort én zorgen voor een besparing op de energierekening.”

Hoe gaat de Burenregeling in zijn werk? Joris legt uit: “Bewoners kunnen kiezen uit twee routes: zelf financieren of laten financieren. Meer dan 95% kiest voor de tweede optie. We zorgen dan voor een maatwerkadvies voor jouw woning, en op basis daarvan kun je kiezen uit passende verduurzamingsmaatregelen. Dit pakket kun je laten voorfinancieren door Energie A16 tot een bedrag van €15.000. De buren worden dan volledig ontzorgd.” Het succes van deze regeling is volgens Joris de combinatie van een technische partner en een dienstverlenende projectleider. “Voor het maatwerkadvies en uitvoering werken wij samen met een gespecialiseerd bedrijf, Susteen. Daarnaast is projectleider Derk Hueting het gezicht richting omwonenden. Het is fijn dat zij bij iemand terechtkunnen voor persoonlijk contact.”

Splitsing tussen eigendom en zeggenschap

In opdracht van de provincie Noord-Brabant en de vier betrokken gemeenten heeft Joris de opdracht gekregen om zeker te stellen dat 25% van het rendement van de windparken in lokaal eigendom zou komen. De belangrijkste doelstelling daarbij? Ervoor zorgen dat iedereen mee kan doen en niet alleen de omwonenden die het zich financieel kunnen permitteren. “Toen ik aan mijn opdracht begon, was er nog nergens zo’n structuur opgezet voor lokale participatie. We hebben de structuur samen met verschillende partners uitgewerkt: de Brabantse Ontwikkelingsmaatschappij (BOM), maar ook lokale stichtingen en wijk- en dorpsraden die de bewoners vertegenwoordigen en de ontwikkelaars van de windparken. Daarbij hebben we afgesproken dat de BOM als kapitaalverstrekker verantwoordelijk is voor de investeringsperiode en de stichtingen voor de besteding van de middelen. We hebben eigendom dus gesplitst van zeggenschap.” Vanuit die gedachte is Participatiefonds Wind A16 opgericht. Daaronder hangen vier energietransitiefondsen (één per gemeente) die voor 25% aandeelhouder zijn in de windprojecten. Joris vertelt hoe de komende jaren eruit gaan zien: “In 2023 gaan de windmolens draaien. De opbrengsten uit de windparken komen in de vorm van dividend binnen in de fondsen. Uit deze fondsen worden vervolgens lokale energieprojecten gefinancierd.”

Een kwestie van geven en nemen

De balans is volgens Joris cruciaal om het participatiefonds te laten slagen. “Je kunt wel een mooie doelstelling hebben, maar dat gaat niet zonder risico. Je kunt niet zomaar tegen ontwikkelaars zeggen: wij willen 25% van de waarde, maar nemen jullie maar al het risico. Je moet daarin de balans vinden en met elkaar samenwerken. Wij hebben vanaf de beginfase direct ook 25% van de investeringskosten gedragen, wat mogelijk was met het kapitaal van de BOM. Zo liepen wij samen met de ontwikkelaars het risico en droegen we bij aan het optimaal ontwikkelen van de windparken. En samenwerken zit dus ook in heldere afspraken, op papier. Vergeet niet dat je als aandeelhouder ook zeggenschap hebt. Dat kun je gebruiken om ervoor te zorgen dat zoveel mogelijk van de waarde van de windparken op de plaats terechtkomt waar je wilt dat het terechtkomt. De goede plaats: bij de omgeving.”

Lokale innovatie voor wereldwijde energietransitie

Bij innovatie denken veel mensen aan nieuwe technologie. Joris vertelt dat Energie A16 eerder een voorbeeld van sociale en financiële innovatie is. “De fondsopzet en splitsing van eigendom en zeggenschap is niet eerder op deze manier gedaan. Het zakelijke gecombineerd met het menselijke vergt goede overeenkomsten en de juiste organisatie. Deze opzet is de afgelopen vijf jaar ’tijdens de rit door Energie A16′ ontwikkeld. Nu dit succesvol is gebleken, stellen we onze kennis graag beschikbaar aan anderen. Lokale participatie betekent lokaal maatwerk. Maar juist dat is wereldwijd nodig om de energietransitie vorm te geven.”